Luchtweginfecties
Muizen kunnen verkouden worden en kunnen ook longontsteking krijgen. Deze luchtweginfecties worden vaak mede veroorzaakt door tocht. Bij huisvesting
van kleurmuizen moet het verblijf daarom op een plaats staan waar ze geen last hebben van tocht. Ook kan de combinatie van lage temperaturen en hoge vochtigheid
leiden tot luchtweginfecties. De kleurmuis begint dan te niezen en krijgt een vochtige neus. En wanneer het erger wordt, begint de kleurmuis reutelend te ademhalen.
Ook kan luchtweginfecties door virussen of bacteriën veroorzaakt worden. Een gevreesde virus is de Sendai virus dat actue longproblemen zowel bij ratten als muizen kan
veroorzaken. En de bacterie Mycoplasma Pulmonis. Dit is een bacterie die in de cellen van de muis leeft als hij besmet is. De bacterie kan verborgen aanwezig zijn omdat
het niet altijd direct tot problemen leidt.
Ga bij erge gevallen altijd naar de dierenarts. Hij kan een antibiotica voorschrijven. En houdt de zieke muis in een tochtvrije warme ruimte.
Gezwellen, tumoren en abcessen
Bij muizen komen gezwellen, tumoren en abcessen voor. Hoe vaak dit gebeurd is van diverse factoren afhankelijk: of de muis deskundig gefokt is waarbij op gezondheid
gelet is, hoe hij gehuisvestigd is en wat hij eet. Elk bultje is niet automatisch een tumor. Gezwellen zijn gebieden waar de cellen abnormaal groeien. Dit kunnen
beginnende tumoren zijn, maar ook abcessen. Tumoren zijn ongeremde groei van cellen en kan verdeeld worden in goedaardige tumoren en kwaadaardige tumoren.
Goedaardig betekent dat rondom de tumor een kapsel zit waardoor het niet verder in het lichaam kan verspreiden. Het blijft op één gebied. Kwaadaardig is het
tegenovergestelde. Rondom de tumor zit geen kapsel en daardoor kunnen cellen los laten en in het lichaam verspreiden.
Abcessen zijn onderhuidse ontstekingen. Dit kan ontstaan door scherpe bodembedekking. Het lichaam vecht tegen de ingedrongen virussen en bacteriën en
er ontstaat pus. Wanneer een abces rijp is, gaat hij open en komt de troep eruit. De wond moet dan goed schoongemaakt worden. Ook kan antibiotica bij
het genezingsproces helpen.
Ga naar de dierenarts indien je een abces, gezwel of een tumor ontdekt en zelf niet deskundig bent.
Diaree en natstaart
Diarree kan door verkeerde voeding of door slechte hygiënische omstandigheden ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan dat je contant geld in handen hebt gehad
of dat je net terug bent van de supermarkt. Op contant geld en op de handvaten van het winkelwagentje zitten veel bacteriën.
Geef kleurmuizen die aan de diarree zijn voldoende water. Ze mogen niet uitdrogen. Ook kan je kamille thee geven en geroosterd of goed gedroogd brood. Dit is goed
om de darmen tot rust te laten komen. Maar geef in zo'n situatie geen fruit en groente.
Salmonella bacterie, een bactierie die veel muizen van nature al bij zich hebben, kan een erge vorm van diarree veroorzaken. Soms zit bij de ontlasting dan ook bloed en
je merkt dat de kleurmuis ziekjes is. Ze zijn sloom en lusteloos. Ze kunnen zelfs gaan rillen en koorts krijgen.
De E. coli bacterie, ofwel de poepbacterie, is in vrijwel elke muizendarm te vinden. Als de weerstand achteruit gaat of plotseling een voerverandeirng plaatsvindt, kan deze
bacterie explosief in aantal groeien. De muis kan daardoor erg ziek worden. De diarree is dan heel waterig en er komt veel vocht uit de anus. Deze vorm van diarree wordt
natstaart genoemd.
Wormen
Het kan voorkomen dat een muis last van wormen heeft. Dit alleen wanneer hij in aanraking komt met elementen dat uit de natuur komt. Bijvoorbeeld door het geven
van natuurlijk bodembedekking. Of door het samen houden met nieuwe muizen die reeds besmet zijn met wormen. Bij muizen in goede conditie ga je vaak niet heel veel
opmerken. Ze kunnen wat afvallen, maar dat hoeft nog niet eens te gebeuren. Als de weerstand minder wordt of wanneer ze oud worden, kunnen ze klachten krijgen zoals
het krijgen van een vochtige neus en of erg afvallen. Wormen kan je ontdekken door de keutels goed te bekijken. De wormpjes leggen eitjes en die komen in de keutels terecht.
Ook kunnen levende kleine wormpjes in de poepjes terecht komen. Bij twijfel kan je altijd de keutels door een dierenarts laten onderzoeken. Onder de microscoop kan hij onregelmatigheden
in keutels opsporen. Wormen is eenvoudig te behandelen met middelen zoals ivermectine, selmectine, levamisol of stronghold.
Hieronder twee closeup foto's van keutels. Bij de eerste zie je kleine witte stipjes en dit kan duiden op wormeitjes. En bij de tweede foto is te zien dat er sprake is van wormen.
Mijt
Mijt zijn kleine koudbloedige dieren die zich met bloed van hun prooi overleven of van rotte stoffen. Ze zijn tussen de 0,1 tot 1 mm groot en vaak niet of nauwelijks met de blote oog te zien. Behalve bloedmijt, dat wat groter is
en niet op de dieren zelf leven. De overige mijtsoorten die bij muizen voorkomen leven namelijk wel op de muis zelf. De meeste mijtsoorten hebben op hun volwassen leeftijd acht poten. Jonge exemplaren
kunnen zes poten hebben. Muizen die last van mijt hebben, krabben veel en krijgen kale plekjes. Mijt is eenvoudig te behandelen met middelen zoals ivermectine en stronghold. Behalve bloedmijt omdat zij niet op de dieren
zelf leven. De omgeving moet dan goed behandeld worden. Ook dat is lastig omdat bloedmijt in een diepe slaap kan gaan. Dat is de reden dat maanden later de bloedmijt ineens weer kan opduiken als het heel mooi en warm
weer is. Beste is om de kooi met bijvoorbeeld twee stenen te verhogen en met de omgevingsspray deze stenen en onderkant van de kooi te behandelen. Alle mijt dat naar de muizen heen willen, gaan door het gif heen en gaan
dood.
Snijtanden en tandcontrole
Muizen hebben net zoals tamme ratten en hamsters naast hun verstopte kiezen zowel boven als onder snijtanden. Deze snijtanden groeien levenslang gemiddeld 0,3 mm per dag, afhankelijk van hoeveel ze knagen, wat ze
precies te eten krijgen en of een tand afgeknapt is. Tanden die afgeknapt zijn, groeien sneller. Het is goed om de snijtanden van de muizen regelmaat te beoordelen. Dit bijvoorbeeld bij het verschonen van de kooi. Er zijn erfelijke
afwijkingen die ervoor kunnen zorgen dat de tanden niet goed groeien of zorgen voor een verkeerde groei c.q. groeistand. De tanden moeten precies in verhouding tegen elkaar staan zodat ze goed afslijten. Is de verhouding niet goed, dan gaat
het slijten niet goed. En de consequentie is dat de snijtanden zowel boven als beneden te lang worden en zelfs door het gehemelte kunnen gaan groeien. Het te lang worden van de snijtanden wordt ook wel olifanttanden genoemd.
Muizen waarvan de snijtanden niet goed zijn, kunnen niet goed eten. En zij gaan vermageren. Controleer van een magere muis altijd de tanden!
Botbreuken en verwondingen
Kleurmuizen kunnen diepte niet goed zien en inschatten. Het komt wel eens voor dat de muis van een hoogte afspringt zonder de gevolgen te overzien. Als hij na de val blijft liggen, betekent niet direct dat het ernstig geblesseerd is.
Het kan ook zijn dat hij enorm geschrokken is en even van de schrik blijft liggen. Wanneer na een val de muis waggelt kan het zijn dat hij een botbreuk heeft opgelopen. Wanneer het pootje geen vreemde stand kent, spreken we over
een rechte breuk en meestal geneest zo'n breuk vanzelf. Maar vermoed je dat de breuk ernstig is of duurt het lang voordat het herstelt, ga dan met de muis naar de dierenarts.
Bronnen:
- Boek Over dieren - De Muis, uitgever Welzo Media Prod. B.V. (o.a. Rob Dekker)
- Artikel gezondheid op de website van NKV